Projectgegevens

Opdrachtgever dienst JOS (Jeugd, Onderwijs en Samenleving), gemeente Rotterdam
Onderwijssoort primair onderwijs
Project nieuwbouw en verbouw
Fotografie -

Omvang en activiteiten

Aantal leerlingen (huidig/maximaal) 825 / 700 op moment van de opening
BVO (nieuwbouw/verbouw) 1.500 m2 bvo (inclusief overige functies en pleinen) / 6.000 m2 bvo (inclusief overige functies en pleinen
Aantal m2 bvo voor onderwijs 5.240 m2 bvo
Aantal m2 bvo voor overige activiteiten 2.260 m2 bvo
Overige activiteiten 2 gymzalen, 2 peuterspeelzalen, BSO voor 80 kinderen
Medegebruikers van het gebouw BSO Het Steigertje, peuterspeelzalen Groeibriljant

Data

Jaartal 1e initiatief tot project 2007
Datum bouwkundige oplevering 28-12-2008
Ingebruikname project 03-01-2009

Energieprestatie

Energieprestatiecoëficient (EPC) nvt

Bouwpartners

Architectenbureau Arconiko architecten, Rotterdam
Overige ontwerpers en adviseurs Provast, projectleiding en inititatiefnemerLinssen installatieadviseur, AmsterdamBroersma constructieadvies, Den HaagBureau Veldweg, brandadviezen
Aannemer(s) J.P. van Eesteren bv, Barendrecht

Financiën

In euro's, incl. BTW
Investeringsbudget onderwijs € 8.500.000
Type aanvullend bedrag -
Bedrag -
Aangewend voor -
Type aanvullend bedrag -
Bedrag -
Aangewend voor -
Type aanvullend bedrag -
Bedrag -
Aangewend voor -
Totale stichtingskosten € 8.500.000

Motivatie

InleidingEen MFA zonder fysieke scheiding tussen de scholen is niet alledaags. Bij de MFA Nieuwstraat blijkt dat het prima werkt. Ook al zijn er duidelijke verschillen tussen de openbare Montessorischool Jan Prins en de reguliere katholieke basisschool Willibrord. Vanaf de start van het proces was het voor de schooldirecties belangrijker om een gelijkwaardige uitstraling te hebben dan een eigen afgescheiden school. Efficiency door synergie en samenwerking was een bijkomend voordeel.Van onderwijsvisie naar gebouw: In het gebouw zitten twee scholen met verschillende onderwijsvisies. Beiden kwamen uit een nabijgelegen oud naoorlogs schoolgebouw met een groot schoolplein, grote ramen en ruime lokalen maar ook met de nodige gebreken. Vooral de gebrekkige geluidisolatie was een kwelling, zo midden in de stad. De wens voor het nieuwe gebouw was de positieve punten van de oude gebouwen te herintroduceren, de negatieve punten om te zetten in het tegendeel en een gebouw waar beide schoolvisies goed naar voren komen zonder schotten tussen de scholen. Een uitdagende mix van wensen.Het gebouw is gericht op de én-én gedachte: én lokalen voor klassikaal onderwijs én plekken voor onderwijs in kleine groepen: door leraren, door leesouders of voor zelfstandig werken. De oude patio van de school is overdekt en de gangen eromheen zijn verbreed. Hierdoor krijgen de klassen extra ruimte, direct naast het klaslokaal. En is er ruimte om extra open plekken te creëren voor computerplekken of een minitheater voor schooltelevisie.Op basis van de eigen onderwijsvisie heeft elke school binnen deze algemene opzet eigen keuzen gemaakt. Bij de Jan Prins lag de nadruk op lokalen van minimaal 60 m2 terwijl de Willibrord koos voor extra voorzieningen als computerruimte en een ouderkamer.De wisselwerking tussen de eigen identiteit en het gezamenlijke gebruik vormde in de ontwerpfase continu een zoektocht. Entree en ontvangsthal zijn gezamenlijk, maar elke school heeft wel een eigen ontvangstbalie en een eigen teamruimte. Op de eerste verdieping liggen de onderbouwklassen van beide scholen, op de volgende verdiepingen heeft elke school zijn eigen verdieping voor midden- en bovenbouw. De schoolpleinen worden gedeeld, maar elke school heeft wel zijn eigen trappenhuis en toiletten. De grote centrale zaal is gemeenschappelijk maar elke school heeft een klein theatertje voor de onderbouw. Zo is over elk onderdeel nagedacht wat individueel gewenst is en wat gezamenlijk kan.Kleuren helpen de gebruikers bij de herkenning. Oranje voor de Jan Prins, blauw voor de Willibrord en groen voor de gezamenlijke functies. Een eenvoudig en uiterst effectief middel dat niet te opvallend is maar wel snel begrepen wordt door de leerlingen.Toekomstbestendigheid‘Onze toekomst ligt in het centrum van Rotterdam en dat is de reden dat wij voor deze locatie gekozen hebben’ Minpunten als de kleine buitenspeelruimte en de geringe parkeervoorzieningen voor ouders worden voor lief genomen. Het gebouw is groot genoeg om alle benodigde functies in op te kunnen nemen. Door de open structuur zonder schotten is de indeling zeer flexibel. Deze open structuur laat aanpassingen gemakkelijk toe. De groeicijfers van beide scholen onderschrijven de juiste keuze voor de oplossing.VerbondenheidDoor het ontbreken van fysieke scheidingen tussen de scholen zijn ze nauw verbonden met elkaar. Ze moeten hun activiteiten op elkaar afstemmen maar hebben ook de voordelen van gezamenlijk gebruik. Het gebouw en de inrichting geven een royale uitstraling die beide scholen ten goede komt. Proces15 jaar duurde het om een geschikte locatie te vinden, maar eenmaal gekozen moest de verbouwing onder politieke druk zeer snel uitgevoerd worden. Deze snelheid dwong bestuurders, directies, gemeente en adviseurs intensief samen te werken. Naast het reguliere ontwikkelproces hadden de schooldirecties direct contact met de architect. De gebruikers hadden zo een rechtstreekse invloed op het ontwerp.

Gebruikerservaringen

Op 22 juni 2011 heeft Roswitha Abraham (Arconiko) verschillende betrokkenen geinterviewd voor het onderzoek 'De grote Schoolverbouwing' (Stimuleringsfonds Architectuur, Lay-out 20) De volgende drie quotes komen uit deze interviews.‘We zijn van de hel naar de hemel gekomen... het is een open school met een geheel eigen sfeer'. Leraar die voor de verhuizing jaren in een noodlokaal lesgaf.‘In dit gebouw komt het onderwijs het beste tot zijn recht’. directeur van een van de scholen.'Ik heb het altijd heel wonderlijk gevonden dat die scholen zo geruisloos naast elkaar leven. Als ouder merk je er weinig van maar voor de kinderen is er onderling een bijna onzichtbare scheidslijn. In dat opzicht functioneert het gebouw als een openbare straat waar iedereen komt en zich thuis voelt. Iedereen weet wat hij wel en niet moet doen.’ Ouder van een Montessori leerling.

Leerpunten opdrachtgeverschap

Leerpunten:- Vooraf afspraken maken over verschillende scenario's van groei en krimp van de scholen.- Zoeken naar gemeenschappelijke aspecten uit de schoolvisies.- Goede afspraken maken over het gebruik en de omgang met het gebouw.- Een oude gebouw biedt kansen die een nieuw gebouw niet kan genereren.- Spelen op het dak is een redelijk alternatief als er op maaiveld onvoldoende ruimte is.- Het én-én concept (klassikaal onderwijs aangevuld met kleinere werkplekken) past prima bij het het hedendaags onderwijs en is voldoende flexibel voor aanpassingen.- In een bestaand gebouw is de verdeling van het oppervlakte minder optimaal dan in nieuwbouw. Dit heeft voordelen maar bij de start van het project moet dit voor de exploitatie wel vastgelegd en geaccepteerd worden, anders komt dit later als een boomerang terug bij een herbeoordeling van het aantal vierkante meters ten opzichte van de normoppervlakten. Een oppervlaktequotient zou een uitkomst bieden.- Een gemeenschappelijk gebruik biedt ook de mogelijkheid van gemeenschappelijk inzet van (ondersteunend) personeel en voorzieningen ( printers, bibliotheek, telefooncentrale)- Accepteer niet te snel een oplevering als er nog teveel bouwpunten niet afgerond zijn. Wij hebben dit wel gedaan en veel van deze opleerpunten zijn traag en niet naar behoren afgewerkt waardoor het op die punten al begint te verslonsen.

Gebouwprestaties

Onderwerp Aandachtspunt ontwerp Ervaring dagelijks gebruik
Luchtkwaliteit Belangrijk Neutraal
Thermisch comfort Belangrijk Niet tevreden
Visueel comfort Belangrijk Zeer tevreden
Akoestisch comfort Heel belangrijk Zeer tevreden
Materialisatie Belangrijk Tevreden
Energieprestatie Neutraal Neutraal
ICT Belangrijk Tevreden
Flexibiliteit Belangrijk Tevreden
Uitbreidbaarheid Neutraal Tevreden
Toegankelijkheid Belangrijk Zeer tevreden
Multifunctioneel (medegebruik van ruimten) Heel belangrijk Tevreden
Exploitatiekosten Neutraal Tevreden
samenleven met verschillende gebruikers Heel belangrijk Zeer tevreden

Toelichting per thema

Luchtkwaliteit Luchtkwaliteit moest voldoen aan CO2 van maximaal 1200 ppm. Wat een grote opgave bleek te zijn voor een bestaand gebouw in het centrum waar de lucht ook goed moet blijven als de ramen de hele dag dicht zijn. De GGD metingen tonen aan dat het voldoet aan deze eisen, maar wij hadden er meer van verwacht.
Thermisch comfort Er zijn grote investeringen gedaan in een optimale klimaatinstallatie en er waren 'gouden bergen' beloofd maar in de praktijk valt het tegen. Misschien zijn we door de beloften te kritisch geworden maar vooral in de zomer wordt het snel te warm.
Visueel comfort Het gebouw heeft prachtige ruime lokalen met veel glas. Door de lichtbox boven het atrium is het ook midden in het gebouw licht. Leuk zijn alle doorkijkjes in het gebouw, tot aan het bovenplein toe.
Akoestisch comfort Omdat het een open gebouw is met meerdere gebruikers en een plein op het dak werden hoge eisen aan de akoestiek gesteld, ook in de ruimten buiten de lokalen. De geluidisolatie tussen de lokalen en het bovenplein was zelfs zo essentieel dat er een proefopstelling gemaakt is om zeker te zijn dat in de lokalen niets maar dan ook niets van het bovenplein gehoord wordt. Leraren en leerlingen zijn zeer tevreden.
Materialisatie Sober, duurzaam en reinigbaar waren de belangrijkste eisen aan de mterialen.
Energieprestatie Alle het glas is vervangen door dubbelglas met behoud van de stalen kozijnen. Door het dichtzetten van het atrium is de verhouding gevel-vloeroppervlakte enorm verbeterd.
ICT Met de nieuwe school wilden we alles direct goed geregeld hebben voor de computers, voor de leerlingen en voor het team. Alle lokalen hebben een smartboard, er zijn speciale computerplekken buiten de lokalen, de teamruimten hebben smartboards en computeraansluitingen.
Flexibiliteit Met twee scholen, fysiek niet gescheiden in een gebouw is flexibliteit voor iedereen de basishouding. Een kleurenschema maakt de gebruiker herkenbaar. Kleuren zijn makkelijk aan te passen aan veranderend gebruik.
Uitbreidbaarheid Met de verbouwing is het gebouw uitgebreid met de nodige constructieve hulpmiddelen. Bij de ingebruikname waren er 700 leerlingen op beide scholen. Een groei tot 900 is mogelijk zonder uitbreiding. Verdere uitbreidingen zijn in het gebouw nauwelijks te realiseren. Daarvoor is uitbreiding naar belendende panden de meest vanzelfsprekende oplossing.
Toegankelijkheid De locatie voldoet aan de eisen van Geboden Toegang. Er is een invalidetoilet en alle ruimten zijn met een rolstoel bereikbaar. Er wordt weinig/veel gebruik van gemaakt.
Multifunctioneel (medegebruik van ruimten) De meeste aanvullende ruimten zijn door beide scholen te gebruiken. Voorbeelden zijn het toneel, de vergaderruimte, diverse algemene ruimten. De serverruimte en de printerruimten worden gedeeld. De speelruimte van de BSO kan gebruikt worden.
Exploitatiekosten Bestaande gebouwen hebben altijd overruimte ten opzichte van het vastgelegde normoppervlakte. Het is belangrijk om vooraf vast te leggen hoeveel extra ruimte het gebouw heeft en dat ook bij latere berekeningen van de normoppervlakten meegewogen wordt in de vaststelling van het toe te wijzen oppervlakte.
samenleven met verschillende gebruikers Samenwerking tussen de verschillende gebruikers. Twee scholen in een gebouw zonder fysieke scheidingen werkt in de praktijk prima. Wat wel belangrijk is zijn goede eigen looproutes voor elke school. Als deze routes door elkaar gaan lopen veroorzaakt dit diverse problemen. Een heldere organisatie is essentieel zo leert de ervaring.