Luchtkwaliteit |
Het gebouw is voorzien van veel glas en ramen die geopend kunnen worden. De gevel draagt op meerdere manieren bij aan de klimaatbeheersing. De zilvergrijze panelen zorgen voor weerkaatsing van het licht tot diep in het gebouw en de zonwering die onder hetklepraam aangrijpt, weert de felste zon. Het overstek legt het klepraam in de schaduw, ook als de zonwering naar beneden is, komt er nog licht binnen. De school is gebouwd volgens het Frisse scholen concept Klasse B. |
Thermisch comfort |
Het gebouw is voorzien van lage temperatuur vloerverwarming en is voorbereid op / geschikt voor vloerkoeling. Doordat hedendaagse gebouwen zo goed zijn geïsoleerd dat warmte niet meer kan ontsnappen, wordt voorkomen van oververhitting steeds belangrijker, koeling vraagt meer energie dan verwarmen. Kinderen dragen in scholen in zo grote mate bij aan de levering van de warmte dat bijna geen aanvullende verwarming nodig is. Het benutten van de thermische bouwmassa is een duurzame optie waarbij gebruik gemaakt wordt van de accumulerende werking van zware materialen zoals beton. De thermische massa van het zware materiaal accumuleert warmte en geeft langzaam warmte af aan zijn omgeving. Hierdoor ontstaat de meest comfortabele manier van verwarmen/koelen door stralingswarmte en een aangenaam binnenklimaat met hogere luchtvochtigheid en een gelijkmatiger temperatuurniveau. Een -lage temperatuur– vloerverwarming / koeling maakte het mogelijk om de radiatoren (die vaak een bron van stof en vuil zijn) te laten vervallen. Flexibel indeelbare vloerverwarming en ventilatie op stramienmaat geeft een energiebesparing bij (flexibel) gebruik. Het ventilatiesysteem zorgt alleen voor de verse lucht en niet voor de verwarming. Zo ontstaat er een ideaal binnenklimaat zonder de nadelen van een luchtkoelingsysteem, zoals tocht en luchtverontreiniging. Tevens levert dit systeem een energiebesparing op in het ventilatievoud, een lager energieverbruik en lage onderhoudskosten. |
Visueel comfort |
Uitgangspunt voor de architectuur is het optimaal gebruikmaken van daglicht door bij het ontwerp rekening te houden met oriëntatie van het gebouw, de bouwmassa en situering van glasvlakken. Daglicht is belangrijke voor onze biologische klok en een te kort aan daglicht veroorzaakt slaperigheid en depressie. Een en ander pleit dus voor grote glasvlakken in de lokalen, liefst met noord oriëntatie. De zuidkant daarentegen is juist geschikt voor andere functies als; (dichte) gymzaal en de kantine. Een overstek zorgt voor natuurlijke zonwering van deze zonbelaste gevels. Door minder kunstlicht toe te passen wordt ook op de energiekostenverlichting én koeling bespaard. Een aantal installatietechnische maatregelen die bijdragen aan een energie-efficiënt verlichtingsplan zijn verlichting met aanwezigheidsdetectie en veegschakeling en daglichtafhankelijke verlichtingssystemen. Om het gebruik van natuurlijk daglicht optimaal te benutten en het gebruik van kunstlicht te reduceren, is verlichting in zones toegepast, waarbij de verlichting in de raamzone bijvoorbeeld onafhankelijk van de overige verlichting geschakeld wordt. Op eenvoudige wijze wordt hierdoor het binnenklimaat van het schoolgebouw gunstig beïnvloed en energie-intensieve maatregelen zoals koeling zijn in mindere mate noodzakelijk en het betekent minder kunstverlichting. Hetgeen een bezuiniging op de exploitatiekosten van de school oplevert. |
Akoestisch comfort |
Akoestische plafonds in groepsruimten en tevens akoestische wandafwerking ter plaatse van de tribune / hart van het gebouw. De nagalmtijd voldoet aan Frisse Scholen klasse C: 0,6-0,8. |
Materialisatie |
Toepassing van natuurlijk materialen, veel hout; licht en vrolijk kleurgebruik. |
Energieprestatie |
Gebalanceerde ventilatie voorzien van warmte terugwinning (WTW), zomernachtventilatie. De school voldoet aan 'Frisse Scholen' klasse C, waarbij de EPC 15% onder de eis van het vigerend Bouwbesluit ligt. |
ICT |
De gebruikers zijn tevreden over ICT.Tijdens het proces is gekozen voor een optimale invulling van de ICT door zowel bekabeling als draadloos internet en telefoon- en dataverkeer aan te brengen. Hierdoor is de eventuele kwetsbaarheid bij het uitvallen of niet goed functioneren van het draadloos dataverkeer tot een minimum beperkt. Vanwege de privacy gevoelige informatie bij o.a. de GGD was een bekabeld netwerk ook een vereiste van de maatschappelijke instellingen |
Flexibiliteit |
Een generieke structuur biedt ruimte aan verandering. Voor een duurzaam schoolgebouw is niet alleen van belang dat het - gebruik - kan veranderen, maar ook datgene dat blijft. Het blijvende vormt het kader, het casco. Dat staat voor ruimtelijkheid, overmaat, en vormt het domein van de architectuur. De ruimte binnen het kader is algemeen, onbepaald, en kan naar de wensen van het moment worden ingevuld. Het casco is generiek in het gebruik, maar is tevens uitgesproken en specifiek in zijn uitwerking als hoofdvorm en om het schoolgebouw een stedenbouwkundige identiteit te geven. Ruimte à la carte Tussen specifiek en generiek heerst een spanningsveld. Het gaat er om een balans te vinden tussen open, flexibele en gedefinieerde ruimte, en tussen grootschaligheid en kleinschaligheid. De culturele en maatschappelijke gelaagdheid geeft een gebouw zijn specifieke karakter. Door bijvoorbeeld een sportzaal tot centraal element van de school te maken wordt de school herkenbaar als een gebouw voor jongeren, of door een markant trappenhuis, een touwbrug of een tribune, waar uitwisseling en beweging een rol spelen. Bij het interieur wordt gebruik maken van mobiele units en verplaatsbare wanden, waarmee kleine enclaves, individuele en flexibele leer- en speelplekken gecreëerd worden. Vouwwanden maken van twee lokalen bijvoorbeeld een collectief lokaal. In plaats van een aaneenschakeling van klaslokalen en gangen ontstaan er vele soorten ruimtes: grote en kleine, nissen en hoeken, die multifunctioneel gebruikt kunnen worden. De school biedt ruimte à la carte: voor individueel leren, voor groepsactiviteiten en onderwijs voor grotere en kleinere groepen. |
Uitbreidbaarheid |
Door het teruggelopen aantal leerlingen vormt dit op dit moment geen probleem. Een eventuele uitbreiding - als alle lokalen in gebruik zouden zijn - is mogelijk door een extra ring te bouwen op het lage deel van het gebouw, waar thans de maatschappelijk voorzieningen zijn gevestigd. |
Toegankelijkheid |
Het gebouw is bij de hoofdentrees voorzien van hellingbanen. Binnen zijn een liften aanwezig. In en rondom het gebouw zijn voldoende parkeerplaatsen en fietsparkeerplaatsen. |
Multifunctioneel (medegebruik van ruimten) |
Bij de flexibele hoofdopzet van het gebouw wordt rekening gehouden met allerlei vormen van dubbelgebruik en mogelijkheid tot verandering door nieuwe inzichten. In de middag- en avonduren kunnen verschillende gebruikersgroepen van het gebouw gebruik maken. Niet enkel de drie scholen vormen de verbindingen met de wijk, maar zeker ook de maatschappelijke instellingen in de openwijkschool. Ouders en kinderen uit de overige wijken van Vlissingen komen naar het Centrum voor Jeugd en Gezin, de Kinderopvang of het Maatschappelijk werk dat in de school is gehuisvest. Sportverenigingen maken in de avonduren gebruik van de dubbele sportzaal (volgens de eisen van NOC/NSF). Om dit dubbelgebruik mogelijk te maken, is in het centrale gedeelte van het gebouw, daar waar de twee cirkels elkaar ontmoeten, is een grote entreehal met een tribune ontworpen. Hier kunnen schoolfestiviteiten zoals musicals en andere uitvoeringen plaatsvinden waarbij de speellokalen als aula te gebruiken zijn. Deze vormen samen een cirkelvormige arena, het hart, waarop alle functies gericht zijn. De centrale gemeenschappelijke ruimte is op eenvoudige manier samen met de speellokalen om te toveren tot een grote feest-, theater- of kerkzaal. De vergaderruimte, de gymzalen, het handvaardigheidlokaal en de keuken worden in de avonduren en weekenden gebruikt door stichtingen, verenigingen en kerken voor cursussen, bijeenkomsten en vieringen. Door dit dubbelgebruik kunnen de exploitatiekosten omlaag worden gebracht. |
Exploitatiekosten |
Vanwege de noodzakelijke gemeentelijke bezuinigingen is bij aanvang gekozen voor een minimale vorm van beheer door inschakeling van de Vlissingse non-profit organisatie ROAT .Uiteindelijk zal het beheer in de ideale vorm moeten gaan geschieden door een op te richten Beheerstichting van alle deelnemers van de openwijkschool. Het beheer en toezicht op het openbare plein is geregeld met permanente camerabewaking. Een jaar na de ingebruikname is er nauwelijks vandalisme geweest aan de speelobjecten op het plein |
Binnenmilieu |
Extra thema: Binnenmilieu Het streven was om een school te maken die niet alleen op technisch niveau energie-efficiënt is, maar waar duurzaamheid ook op een conceptueel bouwkundig én immaterieel, menselijk niveau ontstaat. De gedachte daarbij is: een gebouw waarin mensen zich goed voelen, dat energie geeft, gaat langer mee en is dus duurzaam, een prettig binnenklimaat is heel belangrijk voor het welbevinden. Aan de basis ligt een integrale aanpak van bouwkunde, constructie en installaties. Bij de keuzes voor energiebesparende maatregelen worden alle kwaliteitsaspecten gewogen. Niet alleen de energetische kwaliteit maar ook bijvoorbeeld duurzaamheid / levensduur, comfort, kosten, gezondheid en (sociale) veiligheid. Deze integrale benadering komt ook terug in het architectonische ontwerp. Een ontwerp is altijd meer dan de optelsom der delen.Alle mogelijke energiebesparende maatregelen worden ingezet. Daarbij is in eerste instantie uit van een ‘low-tech’ benadering, waarbij door het gebruik van bouwkundige maatregelen het niveau aan installaties beperkt kan blijven. Denk daarbij aan een gezond binnenklimaat door het toepassen van hoge lokalen. De hoge lokalen die zijn toegepast, zijn gunstig voor een gezond binnenklimaat en besparen energie doordat de ruimtes minder snel oververhitraken. Natuurlijk daglicht reikt tot diep in het vertrek (de lichtintensiteit op een zonnige dag is 100.000 lux, op een bewolkte dag 35.000 lux, daar kan je met kunstverlichting van 300-600 lux niet tegenop).Daarnaast wordt de kritische CO2-grenswaarde door het grotere volume minder snel bereikt. De CO2 concentratie is een indicator voor de hoeveelheid ventilatie en daarmee voor de totale luchtkwaliteit. Een slecht binnenmilieu heeft negatieve gevolgen voor de gezondheid en prestatie van leerlingen. Daarnaast verhoogt het ziekteverzuim van leerkrachten, terwijl productiviteit en effectiviteit afnemen. Of bijvoorbeeld het ontwerpen van een ‘slimme’ gevel: met een diepe negge, klepramen, lageraangrijpende zonwering (altijd frisse lucht en daglicht ook als de zonwering naar beneden is). En ook het groenconcept draagt bij met onder meer interieurbeplanting of wateropvang (waterbesparing) door middel van een groen dak of schooltuinen op het dak. |